UA-90535346-1
Verdreven
Wat gebeurde er werkelijk in Kosovo?
In 1989 maakte Slobodan Milošević een eind aan de autonomie van Kosovo en bracht hij het gebied volledig onder Servisch bestuur. Duizenden Albanezen raakten hun werk kwijt en hun parlement werd naar huis gestuurd. De Albanese bevolking reageerde door zich onder leiding van Ibrahim Rugova ondergronds te organiseren met een eigen parlement, scholen, een universiteit, ziekenhuizen en zelfs een systeem van sociale zorg. Dit werd gefinancierd door Albanezen die in het buitenland werkten en door een eigen belastingstelselDe internationale gemeenschap had weinig aandacht voor de onderdrukking van de Albanezen. Zij had de handen vol aan andere brandhaarden in de Balkan.
Na de opkomst van het Kosovo bevrijdingsleger (UÇK) escaleerde het geweld tegen de in Kosovo wonende Serven, de politie, maar ook tegen de Albanese burgers die volgens het UÇK bevriend waren met de vijand. De Servische politie en het leger voerden na elke aanslag van het UÇK represaille maatregelen uit, waarvan vaak onschuldige burgers het slachtoffer werden“Verdreven” is een aangrijpend verhaal, waarin een Albanese familie vertelt hoe zij de Kosovo oorlog nauwelijks wist te overleven.
Een stukje uit het boek:
Met zijn dochters en vier andere kinderen uit het dorp liep Halil die avond de twaalf kilometer naar huis. In het eindeloze bosgedeelte hoorde hij een auto aankomen. Dat was een zeldzaamheid op deze weg.
‘Kom in de berm staan tot de auto voorbij is,’ riep hij tegen de kinderen.
Het groepje volgde hem de berm in. De auto naderde snel en aan de kleuren zag Halil vanuit de verte dat het een politieauto was. De auto reed met hoge snelheid voorbij, maar kwam vijftig meter verder met gierende banden tot stilstand. De auto reed daarna met een razende motor achteruit, tot vlak voor Halil. Tot zijn schrik zag hij dat de politiecommandant die hem had verhoord naast de bestuurder zat. Met getrokken pistool kwam de man uit de auto en hij liep recht op Halil af.
‘Waarom vlucht je met die kinderen het bos in?’ vroeg de man, die het pistool op de borst van Halil had gericht.
Halil voelde zich misselijk worden van de schrik. Wat wilde de man van hem?
‘Wij hoorden de auto aankomen en gingen aan de kant staan om hem te laten passeren,’ zei Halil met een van de zenuwen trillende stem.
Hij keek achterom naar de kinderen en zag dat die met van angst vertrokken gezichten dicht tegen elkaar stonden. Ik moet niet laten blijken dat ik bang ben, dacht hij. Hij haalde een keer diep adem en voelde zich wat rustiger worden.
‘Loop maar langzaam door,’ zei hij tegen de kinderen. ‘Ik kom wel achter jullie aan.’
De bestuurder van de auto was uitgestapt en hij stond naast Halil. De man gaf hem een enorme stomp in de zij, waardoor Halil even naar adem moest happen.
‘Maak je zakken leeg,’ sommeerde de chauffeur.
Ze zijn nog steeds op zoek naar een wapen, dacht Halil. Hij pakte zijn sleutels, zijn portemonnee en een klein zakmes uit zijn zakken.
‘Leg maar op de grond,’ zei de politiecommandant, die nog steeds zijn pistool op Halil had gericht.
De chauffeur fouilleerde Halil en ging daarbij niet zachtzinnig te keer. Hij vond niets en pakte de portemonnee van de grond. Hij keek er in en haalde er zestig Duitse marken uit.
‘Dat is geld van de school,’ zei Halil. ‘Daar moet ik schriften en pennen voor kopen.’
‘Dat is dan jammer,’ zei de chauffeur en hij stak het geld in zijn zak. ‘Dit zijn de kosten voor de last die je ons hebt bezorgd.’
Halil wilde nog wat zeggen, maar de politiecommandant duwde hem de loop van het pistool op een pijnlijke manier tegen zijn keel.
‘Wie is de plaatselijke commandant van het UÇK,’ vroeg de politieman.
‘Ik weet niets van het UÇK,’ zei Halil.
‘Volgens onze gegevens heb je gesprekken gehad met de leiders.’
‘Daar heb ik een tijd geleden mee gesproken op een bijeenkomst. Zij kwamen naar mij toe. Ik heb geweigerd om lid te worden. Ik haat geweld.’
De politiecommandant stootte de loop van zijn pistool nog eens extra hard tegen de keel van Halil, die daardoor bijna moest kotsen.
‘Vertel de waarheid,’ snauwde de commandant.
‘Ik spreek de waarheid. Ik geef les aan kinderen en kan het mij niet veroorloven om mij met politiek bezig te houden.’
De commandant keek Halil strak aan en hij dacht dat het voor hem afgelopen was. De man kon elk moment de trekker overhalen. Heel even dacht hij er aan weg te duiken en de man aan te vallen, maar hij zag al snel dat hij kansloos was.
Aantal pagina's: 200, ISBN, 978-90-8182-662-4
prijs: 18,95
ook als E-book, prijs 9,95
Bestellen: www.pumbo.nl/boek/verdreven