UA-90535346-1
Geboorte
Geboorte en andere verhalen is een verhalenbundel met een aantal waargebeurde verhalen uit het leven gegrepen.
Een stukje uit het boek:
Op het strandje waar Jasmijn meestal lag had ze al drie dagen een donkerharige slanke jongen gezien die haar hart wat sneller had laten kloppen. Ze hadden niet echt met elkaar gesproken maar elke keer in het voorbijgaan had hij haar met zijn diepblauwe heldere ogen doordringend aangekeken. Ze had gezien dat hij nog erg jong was, maar zijn gespierde lichaam en de strakke jongensbuik hadden haar geïmponeerd. Er was tussen hen een bijzondere spanning ontstaan en ze had al enkele keren op het punt gestaan om hem aan te spreken. Hij was enkele meters bij haar vandaan bij twee vrienden gaan liggen en ze had hem stiekem bewonderd als hij naar het water liep om te zwemmen. Ze had al twee keer over hem gedroomd en hoopte dat hij er die dag weer was.
‘Dat is ook toevallig,’ hoorde ze een achteropkomende fietser zeggen
Hij kwam naast haar rijden en ze verschoot van kleur toen ze zag dat het de jongen van het strand was. Hij zag er sexy uit met zijn mouwloze T-shirtje en een donkerrood sportbroekje.
‘Ik zag je van verre rijden met je lange blonde haar,’ zei hij licht nahijgend van het fietsen. ‘Jij gaat vast ook naar het strand’
‘Eh… ja, dat was ik wel van plan,’ zei ze zichzelf verwensend dat ze niet meer dan die simpele woorden kon stamelen.
‘Vind je het goed als ik met je meefiets?’ vroeg de jongen, ‘o, ja, ik ben Urban.’
‘Jasmijn,’ stelde ze zich voor en het leek of haar hart enkele slagen oversloeg.
Haar korte wikkelrokje waaide op en ze zag dat Urban naar haar keek. Normaal maakte ze er geen punt van maar nu speet het haar dat ze een string had aangedaan. Voor Urban moest het lijken of ze niets onder het rokje droeg.
‘Als we via dit weggetje gaan zijn we sneller bij het water,’ zei Urban wijzend op een smal bospad.
Ze reed achter hem aan het bos in maar hij fietste te snel voor haar. Al gauw zag ze hem in een flauwe bocht verdwijnen. Even maakte ze zich zorgen maar op een open plek stond hij op haar te wachten. Zijn fiets had hij tegen een boom gezet.
‘Ik wil even wat drinken’ zei hij terwijl hij een fles cola uit zijn fietstas haalde.
Nadat hij enkele slokken had genomen reikte hij haar de fles aan. Ze legde haar fiets op de grond en liep naar hem toe om de fles aan te pakken.
Ze stond dicht bij hem en voelde zich wat licht worden in haar hoofd. Ze nam enkele slokken en gaf hem de fles terug. Daarbij raakte ze zijn vingers aan en het leek of er een schok door haar heenging.
‘Je bent mooi,’ hoorde ze Urban zeggen en hij streek met zijn hand door haar haren.