De roman beschrijft op indringende wijze de vergaande psychologische gevolgen van verkrachting en hoe moeilijk het is om na zo'n ervaring weer een normaal leven op te bouwen. Zonder tendentieus te worden, weet Frans Esselink ook de goede en de slechte mannen neer te zetten. Bij het regelmatig optreden van de politie, komt die er in deze roman nou eens goed vanaf.
Jeroen stuit op een mooie zomerse dag op een vrouw die het bos uit komt rennen. Hij weet nog net op tijd zijn auto te stoppen. De vrouw - Sabrina - blijkt bruut verkracht te zijn en Jeroen neemt haar in bescherming. Als Sabrina enkele dagen later hetzelfde nog eens te verduren krijgt van haar vriend, onder het motto 'wat een ander mag, mag ik ook' is haar ontreddering totaal. Jeroen blijft haar steunen. Intussen vindt Jeroen zijn oude jeugdliefde Marloes terug. Ze houden nog steeds van elkaar, worden (opnieuw) verliefd, trouwen en krijgen twee kinderen. Dan krijgt ook hij een brute wending in zijn leven te verduren. Sabrina voor wie Jeroen al die tijd steun en toeverlaat was, is dan degene die Jeroen moet steunen. De beschermelinge wordt nu beschermster. Samen met het kindermeisje Viola werken de drie uiteindelijk aan een gelukkiger toekomst.
Een stukje uit het boek: